Jan Dirk en Herman

In september 2018 hebben we bezoek gekregen vanuit de stichting Hulp Vervolgde Christenen. Hieronder volgt hun verhaal:

In september 2018 hebben wij, Jan Dirk van Nifterik (directeur HVC) en Herman Meijer (projectleider), een bezoek gebracht aan Bapatla. In deze stad bezochten wij Prempaul en Alice. We komen in het einde van de middag aan. Het is een hete dag, maar langzaam koelt het wat af.

‘s Avonds vertrekken we naar de gemeente waar Prempaul werkzaam is. Door omstandigheden zijn we flink te laat, maar de gemeente, ongeveer vijftien mensen, zit nog te wachten. Er wordt prachtig gezongen. De dienst begint. Jan Dirk van Nifterik spreekt over de wereldwijde kerk en roept de aanwezigen op te bidden voor de christenen in andere delen van de wereld, ook voor de christenen in Nederland. Herman Meijer spreekt in het Engels over Mozes aan de hand van de eerste twee hoofdstukken van Exodus en Hebreeën 11. Prempaul vertaalt naar de lokale taal, het Telugu. Halverwege de Bijbelstudie valt de stroom uit. Het wordt donker. De dienst gaat gewoon door. Een paar minuten later is de stroom er weer. De samenkomst kan zonder problemen afgemaakt worden.
 
Het was mooi om te zien hoe Gods Licht schijnt op het platteland van India. In een dorp, in een omgeving en in een land waar veel mensen niets weten over de Heere Jezus. We hopen dat het werk van Prempaul en Alice in de kerk, en ook op de zondagsscholen, gezegend mag worden. 
 
De volgende morgen gaat de wekker erg vroeg. We gaan met Prempaul mee naar de sloppenwijken. Om 4:30 stappen we in de riksja. Het is nog koel als we door het donkere India rijden. Op straat lopen echter al veel mensen. Na een half uurtje komen we aan op de eerste plek. Prempaul is ons vooruit gegaan en staat ons al op te wachten. Om hem heen staan zo’n vijftig mensen. Zij wonen hier in de sloppenwijken in kleine hutjes omringd door veel afval. Veel gezichten zijn doortekend en staan somber en triest. Prempaul neemt hen een klein stukje mee, naar een afdak een klein eindje verderop. Daar gaat iedereen op de grond zitten. Dan gebeurt er iets moois. Prempaul begint te zingen en al snel zingt bijna iedereen mee. De gezichten fleuren wat op. Prempaul heeft deze mensen de afgelopen periode verschillende christelijke liederen geleerd. Dan barst een enorm geraas los. Enkele meters verderop schuift langzaam een grote goederentrein voorbij. De mensen zingen door. Tussen het geknars en gepiep door klinken de liederen. Daarna klinkt het Evangelie; Prempaul houdt een korte toespraak. Vervolgens krijgen alle aanwezigen rijst en vers fruit. We bezoeken nog twee locaties. Het grijpt ons naar de keel. Zoveel leed, zoveel armoede, bijna niet voor te stellen. We waren samen dan ook erg onder de indruk van alles wat we die dag zagen in de sloppenwijken.
 
Het gaat je aan het hart om al die mensen te zien in zulke omstandigheden. Tegelijkertijd werden we ook bemoedigd door het werk van Prempaul en Alice in India. Op de meest duistere, uitzichtloze plekken van de wereld klinkt het Evangelie en horen mensen over God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Het is ons gebed dat dit werk in India door God gezegend mag worden en dat velen zullen buigen voor de Koning van hemel en aarde.

“Ik ben het Levende Brood Dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld.”  ~Johannes 6:51~

Familie Pulipati